De traditionele systemen gaan hun grenzen voorbij!

20 december 2018
OnlineEduca

In Berlijn vond van 5 tot en met 7 december 2018 weer één van de grootste learning technology events van Europa plaats: Online Educa. Een interessant thema waar veel bezoekers op hoopten, is de toekomst van het Learning Experience Platform (LXP). De vraag is: zijn we al toe aan de opvolger van het Learning Management Systemen (LMS) en wat is de toegevoegde waarde van dit fenomeen?

Is een LXP de toekomst?
De ontwikkeling van een LXP staat al een aantal jaar in de startblokken, maar zou grote gevolgen kunnen hebben voor de nog steeds sterkte positie van de tradtionele LMS’en in het Nederlandse universitair en beroepsonderwijs zoals Blackboard, Canvas, Moodle, Totara of It’s Learning. Helaas werd er in de programmering van Online Educa weinig aandacht besteed aan dit onderwerp. Dit heeft mogelijk te maken met het feit dat Online Educa zich vooral richt op de onderwijsmarkt en veel minder op corporates.

Wilfred Rubens is lid van de adviesraad van Online Educa en expert op het gebied van e-learning. In zijn blog vraagt hij zich af of het originele leermanagementsysteem zich uiteindelijk ontwikkelt tot een learning experience platform. Hebben we echt te maken met een nieuw platform? Of is het LXP slechts een nieuwe benaming voor het oude systeem?

De systemen van de toekomst worden persoonlijker
Binnen organisaties is er veel weerstand ontstaan tegen de klassieke leermanagementsystemen. Gebruikers (de lerenden) hebben weinig keuzevrijheid, controle en ruimte om te werken aan individuele leerdoelen. Leerervaringen worden aangeboden en geregistreerd binnen de grenzen van het LMS en data van de gebruikers blijft bewaard binnen de organisatie die het LMS beheert. Registratie van voortgang vindt veelal plaats op basis van de SCORM e-learning standaard.

Er wordt al enige jaren gewerkt aan de opvolger van SCORM, aanvankelijk onder de naam van Tin Can API, tegenwoordig Experience API (xAPI). De xAPI-specificatie maakt het mogelijk dat leerinhouden en leersystemen met elkaar verbonden worden. Dat er data van digitale én analoge leerervaringen vastgelegd en gevolgd wordt. Die leerervaringen vinden zowel binnen als buiten het systeem zelf plaats. Opslag vindt plaats in een zogenaamde Learning Record Store (LRS), die weer gebruikt kan worden in combinatie met leermanagementsystemen. Wat het LRS zo bijzonder maakt, is dat je ook gebruik van externe bronnen zoals YouTube, Netflix, een gevolgd seminar of een live presentatie als leeractiviteit kan registreren.

LXP als ondersteuning van Learning & Development
Een LXP zet de medewerker (lerende) in plaats van de manager centraal. Zo heeft deze meer grip op wat en hoe hij leert.

Dit sluit aan bij ontwikkelingen waarin medewerkers steeds meer verantwoordelijkheid over hun persoonlijke ontwikkeling krijgen (inclusief opleiding en training). De organisatie krijgt met een LXP de impact van leerprocessen veel beter in kaart. Technisch gezien is een LXP geen enkelvoudig systeem meer, maar een coherent ecosysteem dat is opgebouwd uit een aantal componenten. De gebruiker ervaart het als een geïntegreerde omgeving, een portaal dat toegang biedt tot alle applicaties waartoe hij/zij in een bepaalde rol is geautoriseerd.

In die zin past het bij de mensgerichte visie van Finalist, waarin we de gebruiker, de mens, centraal stellen. We verbinden, afhankelijk van rol en functie, de applicaties waartoe iemand geautoriseerd moet worden en ontsluiten deze in een geïntegreerde portalomgeving. Vanuit de portal kun je bijv. direct naar een intranet, een medewerkerportaal, je HR applicaties, etc. Om zo’n omgeving nog krachtiger te maken is een enterprise search essentieel. Gegevens uit achterliggende applicaties worden centraal geïndexeerd, waardoor de gebruiker zowel in het portaal als in de applicaties waartoe hij geautoriseerd is kan zoeken. Er ontstaat een samengestelde digitale werkomgeving.

Enigszins simplistisch voorgesteld, zou je kunnen zeggen dat je bovenop een bestaande portal architectuur componenten (portlets) plaatst die een typische leerfunctie bieden. Denk aan een catalogus met trainingen of leermodules (invidueel of in een uitgebreider leerpad) die je kunt volgen, een overzicht van je actuele, nog geldige certificeringen. Een manager zou vanuit zijn rol kan zien welke competenties er binnen zijn team aanwezig, en nog actueel, zijn en waar er hiaten zitten (skill gap analysis). Op die manier wordt de digitale werkomgeving als het ware verrijkt tot digitale leer- en werkomgeving. Welke portaltechnologie hiervoor precies wordt gebruikt is voor dit blog iets minder interessant, het gaat in essentie om de toevoeging van leerportlets.

Afsluitend
Terug naar de vraag die aan het begin van dit blog werd gesteld dan is een LXP veel meer een uitbreiding, verrijking op een digitale werkomgeving (portal) met extra leerfunctionaliteit. Een LXP is daarom niet zo zeer een vervanging of opvolger van de leermanagementsystemen zoals we die kennen binnen veel grote onderwijsinstellingen, het vervangt immers geen enkelvoudig syteem wat een LMS vaak toch wel is. Het is om die reden ook geen nieuwe benaming voor hetzelfde. Een LXP is in de basis anders ontworpen. Dat er op de Online Educa weinig aandacht was voor LXP’s heb ik al verklaard aan het begin van deze blog. Deze verklaring wordt ondersteund als je kijkt naar de programmering van de eerstvolgende Learning Technologies conferentie plus informatiemarkt/beurs die februari 2019 in London wordt gehouden. Dit event richt zich meer op de corporate markt en je ziet inderdaad dat voor zover nu bekend er zeker 3 LXP leveranciers (Degreed, H2Labs en Valamis) aanwezig zullen zijn op de informatiemarkt.

Stanley Portier
Business Consultant Finalist